Het verhaal van Poppy (deel 2)
Veel te lang geleden alweer beloofde ik om meer te schrijven over Poppy, de ‘zwerf’ kat die in onze tuin woont. Sinds ik deel 2 van haar verhaal schreef, ook al in april, is Poppy heel ziek geworden. Op dit moment verzorg ik haar in huis. Ik voel dat het nu tijd is om meer over mijn lieve Poppy te delen.
Poppy is nu bijna vijf jaar bij ons, bij Eric en mij.
Als ik terugdenk dan herinner ik me dat ik Poppy van de één op de andere dag in onze tuin zag verschijnen. Zodra ze ons echter zag of hoorde, dan verdween ze razendsnel. Eric en ik waren kapot van haar acties de eerste lente dat ze er was. Ze jaagde op alle jonge vogels die uitvlogen en at ze vervolgens half op.
‘Stapje voor stapje smolt Poppy’
Het eerste jaar dat we hier woonden hadden we zoveel soorten vogels in onze tuin. Dat veranderde met de komst van Poppy. We besloten dat we haar dan maar eten moesten gaan geven. Dat zou haar er waarschijnlijk van weerhouden om alle jonge vogels op te eten. (Hoe grappig was onze gedachtegang toen, want dat werkt natuurlijk niet zo). Het zou ook wel goed voor haar zijn, want ze zag er niet echt gezond uit.
Stapje voor stapje smolt Poppy. Eerst was ze een geest die we soms dachten te zien maar die ook heel snel weer in lucht opging. Langzamerhand wende ze aan ons en aan ons heerlijke voedsel. Lange tijd vond ze aanraken echter niets. Haar nagels heb ik meer dan genoeg gevoeld. Ons contact groeide en veranderde. Poppy begon een aai over haar rug best fijn te vinden zo nu en dan.
Dingen veranderden snel toen Blackie ten tonele verscheen. Blackie is onze tweede ‘zwerf’ kat. We snapten hem ’s ochtends slapend in de buitenren van de kippen. We jaagden hem weg, want er waren genoeg katten in ons leven, hij was intussen ook al de 13e zwerfkat die bij ons langskwam, maar uiteindelijk lukte het ook Blackie om een plekje in ons hart te veroveren.
Met Poppy en ons ging het heel erg goed. Door de ontdekking van Blackie maakten we ons zorgen dat ze een terugslag zou krijgen. Poppy vond zijn aanwezigheid maar niets. En ook Eric vond dat we genoeg katten om ons heen hadden. Uiteindelijk heeft Blackie toch gewonnen.
Op een dag sprong Blackie op mijn schoot, en ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om hem weg te sturen. Blackie op mijn schoot te zien genieten van de zonneschijn zorgde ervoor dat Poppy jaloers werd. Ik zou je niet geloven als je me zou vertellen dat dieren jaloers kunnen zijn, maar toen ik Poppy zag geloofde ik het. Met wat voorzichtigheid ontdekte ze hoe fijn het was om op schoot te liggen. Nu hoef ik maar ergens te gaan zitten en Poppy is er ook. Het vertrouwen in elkaar groeit nog steeds en eindelijk kon ik haar vorig jaar omarmen en vasthouden. Dat maakte me zo gelukkig. Op een dag zal ze misschien ziek worden en dan is het nodig dat ik haar kan aanraken om met haar naar de dierenarts te gaan.
Poppy en Blackie leven het gehele jaar buiten en dat vinden ze prima. Om het Poppy en Blackie comfortabel te maken, hebben we ons oude kippenhok omgebouwd als een slaaphuis, met elk een eigen slaapkamer. In de winter krijgen ze een dikke warme vacht. Het is prachtig om te zien hoe ze samen spelen en als gekken in de sneeuw rondrennen.
Poppy blijft me verbazen. Ze zal altijd voorzichtig zijn met mensen, maar ik denk dat het eind van de vooruitgang nog niet in zicht is. Katten zijn verbazingwekkend in staat om nieuwe dingen te leren. Poppy is van een wilde kat getransformeerd tot een spinnende schootkat. Van een schuwe geest is ze veranderd in mijn schaduw. Als ze ’s ochtends geluiden hoort uit het huis dan is ze sneller bij de keukendeur dan dat ik de sleutel heb kunnen omdraaien.
Poppy heeft er zelf voor gekozen om bij ons te zijn en de liefde tussen ons zorgt ervoor dat ze verandert. Dat is voor mij echte liefde. Daarom is het oneerlijk om Poppy nog zwerfkat te noemen, want ze is eigenlijk al een hele tijd lid van ons gezin. Ik weet dat er een dag zal zijn dat er meer ruimte in ons huis zal zijn en dat Poppy en Blackie naar binnen kunnen als ze dat willen.